Voeding

Voeding van Moeder en Kind

D kraamverzorgende ziet er op toe dat zowel de kraamvrouw als de baby de juiste voeding krijgt in de kraamperiode.

Voor de baby is voeding nieuw. Het hele spijsverteringssysteem moet nog op gang komen. De baby krijgt 6-8 voedingen per etmaal, ongeacht welke voeding de baby krijgt. In de eerste 10 dagen na de geboorte worden de hoeveelheden voeding die de baby krijgt steeds groter. Ook de behoefte van de baby zal steeds groter worden. Dit stabiliseert zich na 10 tot 14 dagen. De JGZ verpleegkundige neemt na de kraamperiode de adviezen over de voeding van de baby over van de kraamverzorgende en begeleidt de ouders hierin verder.

De kraamvrouw heeft gezonde voeding nodig om te herstellen van de zwangerschap en bevalling. Regelmatig eten en drinken zorgt ervoor dat zij voldoende stoffen in het lichaam opneemt om aan te sterken en te herstellen. Indien ze borstvoeding geeft, heeft ze de voeding en vocht ook nodig voor het aanmaken van borstvoeding. Indien ze niet voldoende voeding tot zich neemt, zal dit ten koste gaan van haar eigen voeding en daarnaast ook invloed hebben op de samenstelling en productie van de borstvoeding.

Onze kraamverzorgende volgen jaarlijks scholingen omtrent voeding van moeder en kind. Zo blijven zij op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het gebied van voeding. 

Borstvoeding of toch flesvoeding? 

Tijdens je zwangerschap ben je waarschijnlijk al aan het nadenken of je je baby straks borst- of flesvoeding gaat geven.
Borstvoeding zorgt niet alleen voor een optimale start voor je baby, maar het is ook de meest natuurlijke manier om je baby te voeden. Jouw eigen lichaam maakt deze (mensen)melk zelf en deze melk is volledig afgestemd op jouw baby en waar hij op dat moment behoefte aan heeft.
Iedere vrouw kan en mag zelf bepalen of zij wel of geen borstvoeding geeft. De redenen om dit niet te doen zullen wij te alle tijden respecteren. Sommige vrouwen kunnen geen borstvoeding geven vanwege medische en of cosmetische redenen.  

Voordelen van kunstvoeding:

  • Je weet altijd hoeveel melk je baby heeft gedronken.
  • De vader van je kindje wordt meer betrokken bij het voeden.
  • Je hebt wat meer vrijheid; het is makkelijker als je weer gaat werken.